Rita REYS 1963


Al meer dan zes decennia staat ze op de planken, en sinds 1960 is ze officieel “Europe’s first lady of jazz”: Rita Reys. Nog steeds weet deze jazzdiva haar publiek om haar vingers te winden, met haar ongekende en immer bejubelde timing en swing en haar fabuleuze performance.

Op 21 december 1924 werd Maria Everdina Reys geboren in de Rotterdamse Crooswijk. Ze kwam uit een artistiek gezin: vader was violist en stond voor het orkest, en moeder was revuedanseres. Thuis werd vrijwel geen jazz gedraaid. Haar ouders hielden meer van lichtklassieke muziek, en zodoende groeide Rita op onder de klanken van Chaikovski en Chopin. Pas op latere leeftijd kwam Rita in aanraking met de jazz. Wel zong ze als tiener al in Rotterdamse zangconcoursen, die ze stuk voor stuk allemaal won. Dat ze talent had bewees ze dus al vroeg, ook toen ze als 15-jarig meisje optrad met The Hawaiian Minstrels. Twee jaar later zong ze diverse malen in het orkest van Johny Jansen, waar ook haar vader deel van uit maakte.

In 1943 werkte Rita veel in een kroeg in Hilversum. Jazzdrummer Wessel Ilcken kwam daar, onder de indruk van haar talent, steeds vaker naar haar luisteren. Na een aantal maanden echter ging Rita terug naar haar ouders in Rotterdam. Na de bevrijding zocht Wessel haar weer regelmatig op, en vroeg hij haar ten huwelijk. Ze trouwden op 2 november 1945. Door Wessel kwam Rita in de jazzscene terecht. Ze gingen wonen boven de befaamde Amsterdamse jazzclub Sheherezade. Daar traden ze op onder de naam “Rita Reys & het Wessel Ilcken Sextet”, bestaande uit o.a. Jerry van Rooijen (trompet) en Toon van Vliet (tenorsaxofoon).

In de jaren die volgden traden Rita en Wessel steeds vaker op in het buitenland. In 1945 en ’46 gaven ze concerten in België en Luxemburg, samen met Ted Powder. In de jaren 1947 - 1950 toerden ze door Spanje en Noord-Afrika, met het orkest van Piet van Dijk.
Stockholm (Zweden) was in die tijd hét jazzcentrum van Europa, en vandaar ook dat Rita en Wessel er voor langere tijd heen gingen. Rita’s eerste plaatopnames werden hier gemaakt, voor het Zweedse label Artist. Op 2 maart 1953 maakte ze voor het eerst opnames, samen met de toendertijd beroemde saxofonist Lars Gullin. Een half jaar later ging ze nogmaals de studio in, met het sextet van klarinettist Ove Lind.
Na een drukke tijd in Zweden keerden Rita en Wessel terug naar Nederland, omdat Rita zwanger was geworden. Ze vestigden zich in Loosdrecht, en op 18 april 1954 werd dochter Leila geboren. Een jaar later maakte Rita haar eerste Nederlandse plaatopnames, voor de elpee “Jazz behind the dikes” waarop toenmalig Nederlands jazztalent te horen is. Haar vertolking van “My funny valentine” betekende haar doorbraak in eigen land.

Haar succes in Nederland was gevestigd, en in 1956 lonkte ook Amerika. Producer George Avakian hoorde haar zingen in de Sheherezade, en nodigde haar uit naar de States te komen. Ze ging helaas zonder Wessel, die geen visum kon krijgen omdat hij stickies rookte. In New York mocht ze een plaat opnemen, en dat deed ze met een van de beroemdste jazzbands aller tijden: Art Blakey & The Jazzmessengers. Op deze plaat, “The cool voice of Rita Reys”, zijn o.a. te horen: Horace Silver, Hank Mobley en Donald Bird. Omdat zij het zo’n “ball” vonden om met Rita te werken, traden ze ook nog een aantal keer op in de beroemde Village Vanguerd (Boston), waar ze ook nog concerten gaf met jazzorganist Jimmy Smith. Ook trad ze in die maanden veel op met accordeonist Mat Matheys.
Een jaar later ging Rita weer naar Amerika, en trad ze weer op in de Village Vanguerd, samen met het orkest van Chico Hammilton. Ook stond ze die maanden op de planken met andere grote namen, zoals Oscar Petterford, Zoot Sims en Clark Terry.
Zes dagen na terugkomst in Nederland kreeg Rita een enorme klap te verduren: Wessel, net Nederlands kampioen waterskiën geworden, kreeg een hersenbloeding en overleed. Toch ging Rita snel weer aan het werk, al was het maar omdat er voor haar en haar dochter toch brood op de plank moest komen. Ze ging onder meer naar Duitsland, waar ze werkte met Kurt Edelhagen en Bengt Hallberg. In Frankrijk trad ze enige malen op met Lester Young.

In Nederland ging Rita steeds vaker samenwerken met het trio van pianist Pim Jacobs, die ze ook al kende uit de band van Wessel. Na enige tijd bleek dat Pim stapelverliefd was op Rita. Na een optreden in Groningen reden ze in een busje terug naar huis. Gitarist Wim Overgaauw en Pim’s broer, bassist Ruud Jacobs, lagen achterin te slapen. Plotseling vroeg Pim haar ten huwelijk. Ze trouwden op 30 september 1960 in Hilversum. Het Polygoonjournaal deed verslag van dit “huwelijk in jazz”. Bij deze gelegenheid reikte de burgemeester Pim en Rita ook het eerste exemplaar uit van hun elpee “Marriage in modern jazz”.
Dat jaar, 1960, was om meerdere redenen een bijzonder jaar. Rita en het Pim Jacobs Trio wonnen het jazzfestival van Juan Les Pins (Frankrijk), waarbij Rita werd uitgeroepen tot “Europe’s first lady of jazz”. Een titel die ze de rest van haar carrière met verve zou blijven dragen.
Een jaar later won Rita haar eerste Edison, voor de elpee “Marriage in modern jazz”. Hij werd haar uitgereikt door cabaretier Wim Sonneveld. In 1969 won ze haar tweede Edison, voor de elpee “Rita Reys Today”, en voor “best vocal performance of the year”

In de jaren die volgden wilde Rita laten zien dat ze meer kon dan alleen jazz, en maakte ze samen met het orkest van Rogier van Otterloo prachtige platen. Niet zonder succes. Zowel haar vertolking van het repertoire van Burt Bacherach als dat van Michel Legrand resulteerde in een Edison en een Gouden Plaat, ondermeer door prachtige uitvoeringen van “Make it easy on yourself” en “In the windmills of your mind”. Later zette ze met datzelfde orkest ook nog George Gershwin en Antonio Carlos Jobim op elpee, wat ook weer resulteerde in Gouden Platen.

In de jaren ’80 keerde Rita terug naar de klassieke American Songbook-jazz. Ze maakte prachtige albums, zoals “Memories of you”, met een orkest o.l.v. Lex Jasper.
In 1985 kreeg Rita borstkanker, waar ze gelukkig snel bovenop wist te komen. Na wekenlang medische behandelingen en thuis zitten, gaf ze een grandioos optreden in een uitverkocht Concertgebouw. Niemand wist dat ze ziek was geweest, en daar was ook tijdens het concert niets van te merken. In tegendeel: de kranten stonden vol met lovende recensies, en er werd besloten het concert op plaat uit te brengen. Rita zelf zei later over die avond: “Dat concert is inderdaad een soort nieuwe start geweest, zo van: vergeten al die rotzooi achter me”.
In 1986 maakte Rita een kerstplaat: “Have yourself a merry little Christmas”, samen met het Pim Jacobs Trio, en het Metropole Orkest o.l.v. Rogier van Otterloo. Het zou het laatste album waarvoor ze samenwerkte met Rogier, die twee jaar later tot ieders spijt overleed.
Dat jaar was Rita ook genomineerd geweest voor de Bird Award. Ze zou hem uiteindelijk krijgen op het North Sea Jazzfestival van 1991, waar ze ook de American Songbook Award ontving. Naar aanleiding hiervan kreeg ze van de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag een oorkonde uitgereikt, en maakte ze in 1992 twee dubbel-cd’s: “Rita Reys, The American Songbook”, volume 1 &2.
De American Songbook-albums zouden de laatste zijn die ze opnam met Pim. Bij hem werd in 1995 kanker geconstateerd. De tournee t.g.v. Rita’s 70e verjaardag werd afgeblazen, en er volgde een lang traject van medische behandelingen. Toch overleed hij, op 3 juli 1996. Hij was pas 61 jaar oud. Tien dagen na zijn overlijden nam Rita voor hem de Bird Award in ontvangt, waarbij ze toezegde “zoals Pim het wilde” terug te komen.

Een vechter als ze is stond ze een jaar later alweer te swingen op het North Sea Jazzfestival, samen met het trio van haar nieuwe begeleider Lex Jasper. Ze ging weer overal optreden, en nam ook weer een plaat op: “Loss of Love, Rita Reys sings Henry Mancini”.
Ter gelegenheid van haar 75e verjaardag nam Rita nog een plaat op: “The lady strikes again”, waarop ze te horen is samen met het Lex Jasper Trio, het Cor Bakker Trio en het Rosenberg Trio. Ook nam ze een duet op samen met Mathilde Santing. Het eerste exemplaar werd in ontvangst genomen door toenmalig premier Wim Kok, die al jaren een groot fan van haar bleek te zijn.
In 2003 vierde Rita haar zestig jarig podiumjubileum, met haar 17e North Sea Jazz-optreden, en een tournee langs Nederlandse podia. Wekenlang trok ze volle zalen, samen met o.a. pianist Peter Beets en drummer Joost Patocka. Sommige media speculeerden over een afscheid, maar daar wilde Rita niets van weten: “Afscheid? Dat klinkt alsof je dood bent “.

In 2004 ging Rita dus weer gewoon aan het werk. Samen met journalist Bert Vuijsje schreef ze haar levensverhaal: “Rita Reys, Lady Jazz”. In augustus ging ze de studio in om een nieuwe plaat op te nemen. Samen met Peter Beets (piano), haar zwager Ruud (contrabas) en Martijn van Iterson (gitaar) nam ze 14 stukken op die ze nooit eerder vertolkte, zoals “I’m putting all my eggs in one basket”, “Devil may care” en “Hey there!”. De cd werd een hommage aan Pim, en kreeg dan ook de toepasselijke titel “Beautiful Love - A tribute to Pim Jacobs”. 20 November vierde Rita Reys haar tachtigste verjaardag met haar publiek, in het Pim Jacobs Theater in Maarssen.

Op 22 december 2006 ontving Rita Reys als eerste Nederlandse jazzmusicus de Oeuvre Edison, na o.a. Tony Bennett en Herbie Hancock. Bij de uitreiking sprak Rita haar grote dank uit aan alle muzikanten, haar publiek en anderen die hebben bijgedragen aan haar succes. Een speciaal dankwoord richtte ze naar Ruud Jacobs, die een groot gedeelte van haar oeuvre produceerde. Ook noemde ze haar geliefde echtgenoot Pim Jacobs "die wij natuurlijk niet vergeten mogen". Een groot applaus volgde.

Rita Reys: eigenlijk is ze niet weg te denken van de Nederlandse podia. Maar wat wil je als je publiek je adoreert, zingen je leven is en je nog altijd aan de top van je vak staat? Rita Reys: ze is en blijft onze enige echte “Europe’s first lady of jazz”!

No comments: